Vanuit de overheid wordt gekeken naar concentratie van zorg. Er wordt verwacht dat een aantal ziekenhuizen in Nederland moet gaan verdwijnen of fuseren. Er is tot nu toe geen onderzoek gedaan naar de ervaringen vrouwen die alternatieve keuzes hebben moeten maken. Alsmede ook niet naar de ervaringen en visie van professionals in de geboortezorg en aanpalende beroepen ten aanzien van concentratie van zorg.
In dit project wordt in de regio Zuidwest Nederland onderzoek gedaan onder (zwangere) vrouwen en professionals naar de impact en visie op concentratie van zorg. Het doel van het project is het ontwikkelen van een wetenschappelijk onderbouwde en door de cliënt en de professionele uitvoeringspraktijk gedragen set van aanbevelingen voor de (her-)inrichting van de acute geboortezorg in Zuidwest Nederland.
Het onderzoek is opgezet als een mixed method studie waarbij gebruik gemaakt wordt van focusgroepen, semi-gestructureerde interviews, vragenlijsten en een Delphi studie. De hoofdvraag van het gehele onderzoek is: Wat is de invloed van centralisatie van zorg op zwangere vrouwen en op zorgaanbieders van verloskundige zorg in de breedste zin van het woord? Deze vraag wordt beantwoord met behulp van deelvragen die afzonderlijk van elkaar onderzocht en beantwoord kunnen worden.
Dataverzameling vindt plaats bij verloskundige praktijken, gynaecologen, kinderartsen, huisartsen, kraamzorgorganisaties en ambulancezorg in en rondom ziekenhuizen waar bevallocaties zijn verdwenen, waar bevallocaties mogelijk gaan verdwijnen en bij ziekenhuizen die ‘gevoelig’ zijn voor acute verloskundige zorg. Patiënten worden gerekruteerd via de deelnemende zorgverleners. Alle ziekenhuizen die aangemerkt staan als ‘gevoelig voor acute verloskunde’ zullen worden benaderd voor deelname aan de studie alsmede praktijken uit een regio waar een bevallocatie is verdwenen.
Het onderzoek is te zien als vijf deelstudies die achter elkaar uitgevoerd gaan worden.
Bachelor studenten kunnen door het zelf onderzoeken en beantwoorden van deelvragen uit dit projectvoorstel kennis opdoen over organisatie van zorg, over impact van het wegvallen van bevallocaties voor acute verloskunde op cliënten en collega’s , op samenwerking met andere partners in de geboortezorg.
Docenten die betrokken raken bij het onderzoek, kunnen opgedane kennis inbedden in lessen over organisatie van geboortezorg binnen het huidige curriculum waarmee ze alle studenten meenemen in de resultaten van dit onderzoek. Daarmee zorgen zij voor een bredere verspreiding van de onderzoeksresultaten. Daarnaast kunnen de docenten de opgedane kennis gebruiken voor studieloopbaancoaching.
Actuele kennis over het toekomstige werkveld kan bijdragen aan kritische jonge professionals die met een frisse blik naar de organisatie van de geboortezorg kunnen kijken. Docenten en Masterstudenten van de opleiding Physician Assistant, uitstroomvariant klinische verloskunde (MPA-KV) zijn bij uitstek geschikt om grotere onderzoeksvragen uit dit projectvoorstel te beantwoorden.
Het doel van dit project is om inzicht te krijgen in ervaringen van zowel (zwangere) vrouwen als zorgverleners die te maken hebben met het mogelijk verdwijnen of verdwenen zijn van bevallocaties binnen de eigen regio. Met de ontwikkelde kennis uit dit project, ontwikkelen we een door cliënten en de professionele uitvoeringspraktijk gedragen set van aanbevelingen voor de inrichting van de acute geboortezorg.
Kenniscentrum Zorginnovatie heeft gedefinieerd welke kennisontwikkeling nodig is om te anticiperen op voorgenomen sluitingen van bevallocaties en hoe het onderwijs kan bijdragen aan deze kennisontwikkeling. Met tevens aandacht voor de maatschappelijke discussies die zijn ontstaan in regio’s waar sluitingen al een feit zijn en waar voorgenomen sluitingen actueel zijn.
Vanuit de regio Zuidwest Nederland hebben is er een onderzoeksvoorstel uitgewerkt gericht op het onderzoeken van impact in de breedste zin van het woord op voorgenomen sluitingen van bevallocaties. We werken daarbij nauw samen met andere kenniscentra, Hogeschool Zeeland, Hogeschool InHolland (Amsterdam), Midwifery Research Network Netherlands (MRNN), de leerstoel ‘Fysiologische Verloskunde’ van het Maastricht Universitair Medisch Centrum (MUMC), de leerstoel Verloskundige Wetenschap van het Amsterdam UMC en het Radboud UMC waar een arts-onderzoeker zich bezig houdt met perinatale uitkomsten voor- en na sluiting van bevallocaties.
Om gebruik te maken van elkaars kennis en expertise wordt een adviesraad opgericht waarin voornoemde organisaties vertegenwoordigd zijn. Vanuit lokale ontwikkelingen wordt het District Verloskundige Platform Rijnmond (DVP) toegevoegd aan de adviesraad. Deze partij is al bezig met het ontwikkelen van een digitale tool waarmee zorgverleners sneller inzicht krijgen in beschikbare beddencapaciteit in de regio Rijnmond. Deze expertise is een waardevolle aanvulling op het project.
We betrekken de regionale geboorteconsortia van Nederland in ons netwerk voor deelname aan het project maar ook voor kennisuitwisseling en het borgen van de opgedane kennis. We onderhouden het contact met het Kennisnetwerk Geboortezorg waarin Kenniscentrum Zorginnovatie van Hogeschool Rotterdam is vertegenwoordigd door de lector Verloskunde en Geboortezorg.